Lezing Florence Nightengale Instituut

Op 10 oktober heb ik op het vierde Florence Nightengale sympsosium een column voorgelezen over het Calimero-complex van verpleegkundigen.

Heeft de verpleging last van het Calimerocomplex?

In de canon van de verpleegkunde wordt de periode van 89 tot 91, aangeduid als die van de ‘witte woede’. Nannie Wiegman, directeur Florence Nightingale Instituut, geeft in een blog de volgende omschrijving. ‘De frustratie van verpleegkundigen en verzorgenden was tot uitbarsting gekomen. Overal vonden acties in de zorg plaats, sommige ludiek, andere van een ongemene felheid. Voor het eerst in hun 100-jarige geschiedenis traden verpleegkundigen en verzorgenden naar buiten en lieten ze zich van een andere dan de zorgzame kant zien.’

In die periode was ik zelf net gestopt als leerling-verpleegkundige om psycholoog te worden. Mij vielen de volgende spandoeken op:  ‘Het begint te vervelen om voor Florence Nightengale te spelen’ en ‘Florence Nightengale is dood’. De actievoerders weigerden nog langer lieve verpleegstertjes te zijn.

De historische Florence Nightengale was echter helemaal geen lief doetje. Florence was zeer ondernemend, intelligent, politiek vaardig en wilskrachtig. Ze verzette zich actief tegen de heersende opvatting van artsen uit haar tijd dat verpleegsters geen opleiding nodig hebben en ze stichtte zelf opleidingsscholen. Bovendien heeft zij er altijd op gehamerd dat verplegen een beroep is, geen liefdadigheid en dus als ieder ander beroep betaald moet worden.

De maaksters van het spandoeken bekleedden de historische Florence Nightengale dus met negatieve vooroordelen over het eigen vak. Het beeld van het icoon van de verpleging werd vertekend door het Calimerocomplex van de witte uniformen die in haar voetspoor traden. Voor de jonge toehoorders onder ons: Calimero is een zwart kuikentje met op zijn koppie een eierdop. Het kuiken speelt de hoofdrol in een tekenfilmserie die begin jaren zeventig werd uitgezonden door de Tros. Calimero roept voortdurend: ‘Zij zijn groot en ik is klein en da’s niet eerlijk, o nee’. Het Calimerocomplex drong door tot de Nederlandse taal, als ‘het gevoel tekortgedaan of niet serieus te worden genomen.’

Anno 2019 is de witte woede terug. De oorzaken lijken op die van 89 tot 91. De werkdruk is nog steeds te hoog en de kloof in de betaling tussen verzorgenden en verpleegkundigen enerzijds en academische geschoolde zorgprofessionals anderzijds blijft onredelijk groot. De boosheid lijkt echter vooral aangewakkerd, doordat verpleegkundigen nog steeds worstelen met het idee dat ze niet voor vol worden aangezien. Kijk maar naar de wet BIG II waarin een verschil tussen MboV en HboV verpleegkundigen verankerd zou moeten worden. De opstand die daarop volgde, zorgde ervoor dat de minister zijn keutel deze week definitief weer introk.

Probeer dit conflict eens te bekijken zonder teveel op de details van de voorstellen in te gaan. Het valt op dat de mensen die hun beroep in de praktijk hebben geleerd en zich met allerlei specialistische cursussen verder hebben bekwaamd, in de hiërarchie een stapje lager zouden komen te staan dan de regieverpleegkundigen, die vers van het Hbo veel boekenkennis hebben, maar weinig praktische wijsheid. Abstract weten werd hoger gewaardeerd dan praktische vaardigheid. Het hoofd kreeg prioriteit over het hart. Niet slim als een handen-uit-de-mouwen-beroepsgroep zich miskend voelt. Oud SER-voorzitter Rinnooy Kan constateerde het volgende toen hij het lot van BIG II bezegelde. De gerezen weerstand ‘weerspiegelt een al langer bestaande onvrede onder de beroepsgroep. Een onvrede die verband hield met een gevoel van onderwaardering en met een ervaren gebrek aan begrip.’

Het is niet overdreven te stellen dat BIG II is gesneuveld op het Calimerocomplex. Niet dat de commissie Meurs dat over het hoofd had gezien. Hun voorstel begint met de stroopkwast: ‘Het verpleegkundig beroep verdient aandacht, steun en waardering en dat geldt des temeer voor de beroepsbeoefenaren: de verpleegkundigen zelf.’ En als de minister voor medische zorg, Bruno Bruins, na de eerste afwijzing aankondigt dat hij wil kijken of hij BIG II kan reanimeren, schrijft hij aan de kamer. ‘Ik waardeer het werk van alle verpleegkundigen dat zij dagelijks doen zeer.’

Waar echter geen rekening mee is gehouden, is dat Calimero niet voldoende heeft aan een klopje op het eierdopje. Neem de in plaats daarvan verpleegkundigen nu eens echt serieus. De commissie Meurs bestond bijvoorbeeld niet uit vertegenwoordigers, maar uit ‘deskundigen’. De professoren en opleiders uit de commissie straalden per ongeluk toch uit dat verpleegkundigen een beroepsgroep zijn waar je over kan beslissen en die je niet zelf aan het woord hoeft te laten. ‘En dat is niet eerlijk, oh Nee’, zie ons kuikentje al.

De vraag is of de verontwaardiging de beroepsgroep goed heeft gedaan. Mij persoonlijk lijkt het gewenst te differentiëren tussen Mbo en Hbo verpleegkundigen, al is het maar om de steeds complexere zorgvragen van thuiswonende, kwetsbare ouderen die op ons af komen. Wat dat betreft heeft Pauline Meurs waarschijnlijk gelijk als ze denkt dat de beroepsgroep een kans heeft gemist.

Toch moeten we constateren dat we dit soort verbeteringen alleen voor elkaar krijgen als we verpleegkundigen echt het gevoel kunnen geven dat ze ertoe doen. Ik denk dat dit alleen lukt door verpleegkundigen daadwerkelijk te laten voelen dat de zorg draait om het goed zijn voor mensen. Verpleegkundig pionier Mieke Grypdonck beschreef dit als op wetenschap gebaseerde dienstbaarheid. Dus verrijk je rapporten niet met één zinnetje stroop, om je daarna te verliezen in de papieren werkelijkheid van NLQF criteria. Maak in plaats daarvan zichtbaar wat patiënten en verpleegkundigen te winnen hebben bij een voorgestelde verandering.

Verpleegkundigen krijg je enthousiast als je laat merken dat het vakoverstijgende hart voor patiënten staat centraal. Opleiders, beleidsmakers en managers lijken zich soms te verliezen in het opstellen van regels over verpleegtechnische vaardigheden. Pas als verpleegkundigen het idee geven dat we de menselijke aspecten van liefdevolle zorg voldoende op waarde schatten, ontstaat de ruimte en veiligheid om te differentiëren in de verpleegtechnische vaardigheden, zodat het vak optimaal dienstbaar is aan de bevolking.

Het gevoel van verpleegkundigen tweederangs behandeld te zijn is niet onterecht. Toch denk ik dat het geen kwaad kan om iets meer te geloven in de unieke en onmisbare bijdrage van verpleegkundigen, en dat Calimerocomplex nu maar eens moeten vergeten. Omarm de witte woede niet vanuit het gevoel tekort gedaan te zijn, maar vanuit eigen kracht. Dokters hebben al getoond hoever je daarmee kan komen. Wie het verpleegkundige hart tot zijn recht wil laten komen, kan een voorbeeld nemen aan de politiek strateeg en belangbehartiger die Florence Nightengale heette.