Help, ik ben aan het radicaliseren

Dertig jaar het nieuws bijhouden hadden me niet voorbereid op het bericht over de executie van Lisa Montgomery (53). Ik was nijdig en ging in gedachten op zoek naar een gepaste straf voor iedereen die het zover had laten komen. Toen ik bij zinnen kwam, bevond ik me in mijn hoofd midden in de gewelddadige opstand van het kamp Trump. In het Tijdschrift Positieve Psychologie leg ik uit waarom deze gedachtegang belangrijk is voor het denken over geluk van individu en gemeenschap. Je kunt dit artikel ook in PDF formaat downloaden.

De naar eigen zeggen ‘beste president van Amerika ooit’, gebruikte zijn laatste dagen niet alleen voor het ontketenen van een opstand tegen de democratie, maar ook om te tonen hoezeer hij van law and order houdt. Hij liet nog snel vijf mensen executeren. Zijn beste keuze voor de onderbuik was Lisa Montgomery, die een zwangere vrouw had gewurgd en haar baby met een keukenmes had weggesneden, omdat ze het meisje voor zichzelf wilde. Trump gebruikte de terechtstelling als rood vlees om zijn achterban te laten stemmen tegen hun eigen economische belangen.

De doodstraf uitvoeren ten behoeve van de eigen reputatie is moreel verwerpelijk, maar als je – zoals ik – denkt dat het de taak van de overheid is zorg te dragen voor het grootste geluk voor het grootste aantal mensen (Bentham 1789; Veenhoven 2010), dan heeft Trump mogelijk juist gehandeld. Hij bevredigde het rechtsgevoel van de familie van het slachtoffer en miljoenen anderen, terwijl de pijn neerkwam bij een enkele nabestaande en de moordenares zelf.

In een klassiek boek over rechtvaardigheid, A Theory of Justice,  stelt John Rawls (1971) dat het moreel gezien niet volstaat om te streven naar het grootste geluk. Bij de afweging van ieders pijn en plezier zou gebruik gemaakt moeten worden van de ‘sluier van onwetendheid’. Iemand pijn toebedelen, omdat het anderen extra geluk oplevert, is te gemakkelijk als je weet dat je de pijn zelf niet zal voelen. Rawls zou de president daarom gevraagd hebben of hij ook voor de executie gepleit zou hebben, wanneer hij van tevoren niet wist tot welk kamp hij behoorde, dat van de toeschouwers of dat van de terechtgestelde? De actie van de dader is echter te weerzinwekkend voor dit gedachtenexperiment.

Laten we daarom een voorbeeld van Rawls zelf gebruiken. Stel je voor dat mensen gelukkiger zijn als zij rotklusjes kunnen uitbesteden, omdat ze een slaaf hebben. Je doet vervolgens onderzoek naar de meest optimale verdeling van slaven en meesters en komt tot de conclusies dat het grootste geluk bereikt wordt als er voor elke vijf mensen een slaaf beschikbaar komt. Het plezier van de vijf meesters weegt op tegen de pijn van de slaaf. Rawls stelt terecht dat we de keuze voor een dergelijk systeem liever niet zouden maken als we van tevoren niet weten of we bij de categorie slaaf of meester ingedeeld worden.

Op de hand van de verliezer

Rawls’ boodschap is dat het goed is te streven naar een zo gelukkig mogelijke wereld, maar dat we dat niet moeten doen ten koste van verliezers. Laten we ons daarom in het leven van Lisa Montgomery verdiepen. Lisa werd als kind misbruikt en volgens familieverhalen waren haar eerste woorden ‘sla me niet’. Ze wordt geslagen met riemen en een bezemsteel sneuvelt op haar hoofd. Ze loopt hersenbeschadigingen en epilepsie op. Als haar stiefvader Carl Lisa verkracht en hij voor het eerst betrapt wordt door haar moeder Judy, pakt moeder een pistool en richt dat op Lisa’s hoofd: ‘Hoe kan je mij dit aandoen?’. Carl voelt zich hierna vrij om vrienden voor groepsverkrachtingen uit de nodigen en Judy gebruikt het lijf van haar dochter om rekeningen te voldoen. Officiële instanties kwamen in contact met Lisa, maar verder dan het verwijt dat Lisa hulp had moeten zoeken, kwam men niet. Wat opvoeden had moeten zijn, was jarenlange, systematische marteling.

De halfzus van Lisa, Diane Mattingly, ontsnapte aan deze hel doordat ze in een pleeggezin werd geplaatst. Ze vertelt in de Amerikaanse media dat ze zichzelf verwijt dat ze als klein kind nooit haar mond heeft open gedaan over de situatie van Lisa. Mattingly verzette zich tegen de doodstraf, omdat Lisa niet ‘het slechtste van het slechtste, maar de meeste gebrokene van de gebrokenen’ is. De doodstraf van Lisa Montgomery laat zien hoe iemand die op elke mogelijke manier in de steek is gelaten door de samenleving, daar trauma’s aan overhoudt en een verknipt beeld van de werkelijkheid, daar met haar leven voor betaalt.

Mijn gedachten gingen uit naar een handelswijze van justitie die meer recht deed aan de oorzaken van het leed. Zou het niet beter zijn de stiefvader en moeder hard aan te pakken? Al op de eerste bladzijden van het zeer uitgebreide verslag van getuigendeskundigen Jan Vogelsang en Katherine Porterfield wordt het beeld nog zwarter. Haar familie kampt met hersenbeschadigingen en alcoholisme en heeft bepaald geen achtergrond die gekenmerkt wordt door warme familiebanden, goede huisvesting, betrokken leerkrachten, goede gezondheidszorg en kansen om het leven in eigen hand te nemen. Mijn (kinderlijke) wens de echte schuldige aan te wijzen, onthulde alleen een trieste keten van oorzaken en gevolgen.

Tegen het systeem

De enige uitweg voor mijn verontwaardiging waren de professionals die hun kansen hadden gemist. Lisa was tijdens de rechtszaak verdedigd door een advocaat die een record aan doodstraffen oogstte voor de mensen die hij eigenlijk had moeten bijstaan. Waarom staat er geen straf op zulke laksheid? Als de wereld ingericht zou zijn op grond van mijn rechtvaardigheidsgevoel, dan zouden de advocaat, rechter, beul en president er niet straffeloos vanaf komen.  

Mijn boosheid op de mensen die de door de democratie opgestelde regels abject en bloeddorstig toepassen, lijkt op de publieke verontwaardiging naar aanleiding van de toeslagenaffaire. De overheid die zich geld van anderen toe-eigent door belasting te heffen, wilde de betalers te vriend houden door zeer streng te zijn tegen mogelijk fraudeurs, maar ontketende zo een heksenjacht tegen gezinnen op een onduidelijk zwarte lijst. Ook daar klonk de roep verantwoordelijke overheidsdiensten te bestraffen.

Mijn boosheid plaatst me ook in het kamp van de opstandelingen die in de Verenigde Staten die het Capitool bestormden. Je kan zeggen dat zij zich op lieten zwepen door leugens en propaganda, maar eigenlijk denk ik dat zij hun gevoel over welke presidentskandidaat de meeste stemmen zou moeten krijgen, belangrijker vonden dan het aantal getelde stemmen. De opstandelingen voelen zich net als ik tekort gedaan door ‘het systeem’ en weigeren daarvoor te buigen.

Individu of groep?

De opstandelingen nemen hun eigen pijn zo serieus dat ze geen ruimte hebben voor de afweging over het grootste geluk. Filosofisch gezien lijkt deze groep – of de sponsoren en denktanks op de achtergrond – een thuis gevonden te hebben bij de libertaire filosofie van bijvoorbeeld Robert Nozick. Nozick (1974) betoogt in Anarchy, State and Utopia dat elk individu zo uniek en afgescheiden van anderen is, dat niemand pijn aangedaan mag worden voor het plezier van de ander. Het is volgens libertaire filosofie zelfs de meest gewetensvolle politicus nooit toegestaan eieren te breken, om zo een omelet te maken (Mack, 2018). Nozick pleit daarom voor een minimale staat, die zo min mogelijk ingrijpt in het leven van burgers.

De libertaire filosofie is bijvoorbeeld herkenbaar in de omgang met belasting. Een overheid die belasting heft bij de rijken, omdat daarmee veel pijn bij de minderbedeelden verholpen kan worden, kan volgens Rawls rechtvaardig zijn. Belasting heffen is een vorm van herverdeling waar de meeste mensen niet op tegen zouden zijn, als ze de sluier van onwetendheid gebruiken en oordelen over de rechtmatigheid zonder hun eigen positie te kennen. Ook empirisch gezien is hier weinig tegenin te brengen. Een grote, efficiënt ingerichte overheid vergroot het ervaren geluk in landen (Ott, 2011). Nozick vindt de herverdeling echter principieel verkeerd. Je tast het grondrecht aan op bezit en de pijn die dat oplevert is niet te compenseren. Als je rijk bent staat het je vrij om dingen weg te geven, maar belasting heffen is in de filosofie van Nozick net zo verkeerd als mevrouw A te vragen om af te zien van haar huwelijk met meneer B, omdat meneer C hier extreem onder lijdt.

De verschillende standpunten bij het afwegen van de belangen tussen individu en gemeenschap zijn ook herkenbaar in de reactie op corona. Wie blind streeft naar het grootste geluk voor het grootste aantal kan corona beschrijven als een koekoeksjong dat zoveel tijd en aandacht opeist, dat het optimaal handelen voor de gemeenschap als geheel uit zicht verdwijnt (Schippers, 2020). De libertaire voorvechters hebben minder oog voor het algemeen belang en vinden de vrijheidsrestricties principieel moeilijk te verteren. De doden worden afgedaan als ‘dor hout’ dat je snoeit om de levenskracht van de jeugd niet te frustreren. Rawls tenslotte zoekt een middenweg door te zoeken naar een ‘reflectief evenwicht’ waar de belangen van de kwetsbaren en de anderen op een redelijke manier worden afgewogen. Zijn antwoord is open, omdat we simpelweg met elkaar moeten uitzoeken welke maatregelen het minst slecht zijn.

De rol van de toeschouwer

Wat in alle drie deze opties buiten beschouwing wordt gelaten is het gevoel dat wordt opgeroepen bij de neutrale toeschouwer. Een denkexperiment uit de gedragseconomie vraagt je voor te stellen dat je machinist bent op een trein zonder rem. Je kan op het huidige spoor doorgaan, waar je de levens van vijf mensen beëindigt, of je kan de wissel omgooien en één spoorwegwerker laten verongelukken. Als je ervoor kiest de wissel om te zetten, handel je als de meeste mensen, volgens de filosofie van het grootste geluk voor het grootste aantal.

Een vergelijkbare keuze pakt heel anders uit, als je de trein zonder rem vanaf een viaduct bekijkt (en er niemand is die de wissel om kan zetten). De groep van vijf zal net als in het vorige scenario sterven, behalve als je de dikke man naast je voor de trein gooit. Je redt dan vier (5-1) levens. De meeste mensen schrikken hiervoor terug. Gedragseconomen vinden deze keuze irrationeel.

Het gedachtenexperiment heeft echter cruciale tekortkomingen. De eerste is dat onzekerheid niet is meegewogen. Lukt het überhaupt om de man over het randje te krijgen, rolt hij niet weg als hij is neergekomen en stopt de trein echt? En: wat geeft jou het recht om de man naar beneden te gooien als je zelf kan springen? Een ander verschil is dat je als machinist professioneel betrokken bent bij de situatie en je hoe dan ook een ongeluk veroorzaakt. Als toeschouwer op het viaduct meng je je ongevraagd en vrijwillig in een kwestie van leven en dood.

De tweede denkfout van de rationalisten is dat iedere dode even zwaar weegt. De mannen op het spoor en op het viaduct verkeren in een wezenlijk andere positie. De spoorwegwerkers hebben die situatie zelf opgezocht en moeten op de trein letten, de dikke man op het viaduct niet. De man op het viaduct voor de trein gooien is simpelweg moord en de man op het spoor laten verongelukken door de wissel om te gooien is de ernst van het ongeluk verkleinen. Getalsmatig klopt deze redenering niet, maar ik zou geruster zijn als ik de keuze voor de wissel voor de rechter moest verantwoorden, dan de keuze voor de moord op het viaduct.

De les uit dit gedachtenexperiment is dat je de eigen keuze moet kunnen verkopen aan het neutrale publiek. De keuze om de pandemie niet al te strikt te bestrijden, zoals Schippers voorstaat is misschien rationeel gezien optimaal, maar geeft de bevolking ook de boodschap dat het verlies van levens uiteindelijk te dragen is in naam van het algemeen belang. Maar we zeggen toch ook niet dat we het orgaantekort van vijf mensen met respectievelijk een falend hart, lever, longen, nieren en dunne darm oplossen, door een gezond individu op te offeren in een operatiekamer? Getalsmatige prognoses zijn te kil.

Poster uit de campagne waarmee geprobeerd werd de executie van Lisa te voorkomen.

Als we deze redenering doorvoeren op de executie van Lisa Montgomery, dan zou die alleen rechtvaardig zijn als redelijke mensen met elkaar tot de conclusie komen dat het echt de minst slechte van alle opties is. Zij moeten dan de vraag beantwoorden of het bevredigen van het rechtvaardigheidsgevoel van slachtoffers en toeschouwers zo zwaarwegend is dat we daar een individueel leven voor mogen opofferen. Ik denk dat zo’n groep altijd zal beslissen af te zien van de executie vanuit het besef dat het streven naar het grootste geluk voor het grootste aantal alleen tot bloei kan komen als je telkens laat zien hoe zwaarwegend individueel geluk is. Lisa beging een gruwelijke misdaad, maar haar pijn en leven blijven relevant. Zij mag er zijn. Empirische ondersteuning van deze gedachte komt van het gegeven dat burgers ietsjes gelukkiger zijn in landen zonder doodstraf (Berg, 2010).

Ik denk dat ik hiermee heb gevonden wat mij scheidt van de opstandelingen in het kamp Trump. Zij bestormden het Capitool om een selfie te kunnen maken in het centrum van de macht, terwijl ik met dit artikel heb geprobeerd een monument op te richten voor de persoon van de dader. Als veel mensen het idee omarmen dat ook een persoon als Lisa ertoe doet, en dat ze gezien haar verleden onze empathie verdient, is ook het grootste geluk voor het grootste aantal gediend met een aanpak waar niemand wordt geofferd aan het gevoel van rechtvaardigheid van de groep.

Met dank aan Marianne van Woerkom, Ruut Veenhoven en Ivonne Buijt voor commentaar op eerdere versies van dit artikel.

Referenties

Bentham, J. (1789). An Introduction to the Principles of Morals and Legislation. London, England. Reprinted in 2000 by Batoche Books

  • Berg, M. (2010). Death Penalty and Happiness in States. Was Jeremy Bentham right?. Journal of Social Research & Policy, 1(1), 137.
  • Mack, E. (2018) Libertarianism. John Wiley and Sons.
  • Nozick, R. (1974) Anarchy, State and Utopia. New York, Basic Books. Reprinted in 2013.
  • Ott, J. C. (2011). Government and happiness in 130 nations: Good governance fosters higher level and more equality of happiness. Social indicators research, 102(1), 3-22.
  • Rawls, J. (1971). A Theory of Justice. Clarendon Press, Oxford, UK.
  • Schippers, M. C. (2020). For the greater good? The devastating ripple effects of the Covid-19 crisis. Frontiers in Psychology, 11, 2626.
  • Veenhoven, R. (2010). Greater happiness for a greater number. Journal of happiness studies, 11(5), 605-629.