Ad Bergsma over werkgeluk, levensgeluk en psychologie
Books by Ad Bergsma on happiness at work
Klik hier voor een overzicht van mijn boeken die te krijgen zijn op managementboek.nl.
Happiness at work
If you’re ready to create a culture of engagement and connectedness at your company, this is one to read.’ – Jenn Lim, CEO and Chief Happiness Officer at Delivering Happiness
People who feel happy at work are keen to learn, creative, productive, self-confident and equipped to deal with changes and stress. Flourishing at work doesn’t just make things more pleasant. It’s good for you, your colleagues and your company.
The authors invite you to use the happiness compass to determine which steps to take to feel better about your work. Self-tests give you insight into what is important for you personally. Using set exercises you practice realizing your wishes and dreams. This enables you to gain something in your current work place or take your new ideas with you to your next work place. Happiness at work is based on scientific evidence, it is realistic and written with enthusiasm and optimism.
This is a book that inspires you to make real and meaningful changes in your work life with the help of the triple-P approach. It offers the Personal story of an enduring quest to find happiness at work and it gives Practical advice based on ideas that have Proven themselves in scientific studies.
Positive organizational interventions: Contemporary theories, approaches and applications
Positive Organizational Interventions (POIs) have emerged as popular mechanisms to facilitate the personal/professional development and well-being of individuals as well as optimizing the growth potential of organizations. I wrote a chapter for this book on individual happiness interventions together with Ruut Veenhoven and Ivonne Buijt. A short summary of our conclusion: ‘The average effect of happiness training was approximately 5% of the scale range. We conclude that taking a form of happiness training is advisable for individuals looking for a more satisfying life. Since happier workers tend to be more productive, organizations would be wise to provide such training techniques for their workforce. You can download this book for free.
Handboek Werkgeluk; Een praktische toolbox voor leidinggevenden, hr-professionals en coaches
In dit handboek verdiepen Ad Bergsma, Onno Hamburger en Erwin Klappe (redactie) zich op het vergroten van de grip op het werk, zodat mensen zich daar wel bij voelen. Dat is hard nodig, want bijna de helft van werkend Nederland ervaart een gebrek aan autonomie. Het verklaart de vlucht van veel ongelukkige medewerkers uit bureaucratische organisaties naar het onzekere bestaan als ZZP’er. Van de zekerheid van ongeluk, naar de onzekerheid van geluk. We beschrijven hoe we het beste in mensen kunnen boven halen.
Wij hebben drieëntwintig Nederlandse en Belgische topexperts bereid gevonden hun kennis en ervaring op het grensvlak van de theorie en praktijk van werkgeluk te delen. Zo vind je in dit boek zowel de hoogleraar die de laatste wetenschappelijke inzichten deelt over bevlogenheid op het werk, als de hoogleraar die de kern van de zaak terugbrengt tot het simpele woord liefde. Daarnaast zijn er bijdragen van veel voorlopers uit de praktijk van HR en het gelukkig organiseren.
Handboek Arbeid en Gezondheid
Dit boek geeft antwoord op de vraag hoe je integratie, inclusieve arbeid, duurzame inzetbaarheid en re-integratie bevordert. Werk is belangrijk voor mensen; werk draagt bij aan zelfstandigheid, zelfrespect en ontplooiing. En met de toenemende vergrijzing en flexibilisering van de arbeidsmarkt is het bevorderen van duurzame arbeidsparticipatie een steeds grotere uitdaging. Hoe pak je dat aan?
Ad Bergsma schreef samen met Wilmar Schaufeli een deel van het zesde hoofdstuk over Werkgeluk, bevlogenheid en positieve gezondheid. Doel van het hoofdstuk is mensen te leren hoe ze kunnen leren aan het werk te blijven.
Gelukkig Werken – Onno Hamburger & Ad Bergsma
Het boek Gelukkig Werken is het eerste boek in Nederland dat specifiek gericht is op het actief creëren van geluk in het werk. Aan de hand van de methode van het gelukskompas creëer je stap voor stap meer voldoening en geluk in je werk. De auteurs maken duidelijk welke factoren verklaren of iemand in zijn werk floreert en geven je met behulp van zelftests inzicht in wat voor jou persoonlijk van belang is.
Met behulp van concrete oefeningen oefen je het realiseren van je wensen en dromen. Hierdoor kun je winst boeken in je huidige werkomgeving of je aangescherpte ideeën meenemen naar een volgende werkplek. Gelukkig Werken is wetenschappelijk gefundeerd, realistisch en geschreven vanuit enthousiasme en optimisme.
Handboek Positieve Psychologie
De positieve psychologie is een snelgroeiende stroming in de psychologie, die is gericht op veerkracht, optimaal functioneren en positieve gezondheid. Het is een stroming die nieuwe mogelijkheden biedt voor toepassingen in de geestelijke en algemene gezondheidszorg, het onderwijs en arbeidsorganisaties.
Dit handboek biedt professionals die positieve psychologie willen toepassen in hun werk, een overzicht van de wetenschappelijke onderbouwing en praktische toepassingen van belangrijke thema’s in de positieve psychologie, zoals: positieve emoties, talentontwikkeling, posttraumatische groei, hoop, waardenontwikkeling en positieve relaties. Ad Bergsma schreef samen met Wilmar Schaufeli het hoofdstuk over positieve psychologie in organisaties.
Gelukkig voor de klas – Jacqueline Boerefijn en Ad Bergsma
Wat zijn de grote pluspunten van werken in het onderwijs? De vakanties! Zo denkt de buitenwereld. Voorkom dat je dit zelf gaat geloven. Hoe bewaak je werkplezier en de idealen waarmee je in dit vak bent gestapt? Gelukkig voor de klas geeft op basis van de positieve psychologie een antwoord op deze vragen. Het aanboren van energiebronnen is nodig als je te maken hebt met (te) grote klassen, ouders die kritisch meekijken en leerlingen voor wie respect voor de docent niet vanzelfsprekend is. De hoge werkdruk kan ervoor zorgen dat de schoonheid van het vak op de achtergrond raakt: het bijdragen aan de zelfredzaamheid en het geluk van toekomstige generaties. Dit boek is een inspirerende handreiking voor alle docenten en docenten in opleiding die hun eigen bevlogenheid willen aanwakkeren en hun geluk willen vergroten. Want gelukkige docenten hebben leerlingen die beter meewerken en presenteren.
GGZ Verpleegkunde in de praktijk
In het boek Ggz-verpleegkunde in de praktijk worden interventies uitgewerkt waarmee ggz-verpleegkundigen een essentiële bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van de zorg. Hierbij komen ook grensgebieden van de ggz-verpleegkunde aan bod: de psychogeriatrie en de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. De afzonderlijke interventies worden inhoudelijk beschreven, de wetenschappelijke evidentie ervan wordt belicht en de uitvoering van de desbetreffende interventie wordt in detail beschreven. Ad Bergsma schreef samen met Titus Beentjes, Marijke Brugman en Peter Goosssens een hoofdstuk over de herstelgerichte Illness Management & Recovery training.
Opvoeden tot geluk – Jacqueline Boerefijn & Ad Bergsma
Twee positief psychologen tonen aan dat de puberteit niet al te lastig hoeft te zijn.
Onze kinderen behoren tot de gelukkigste van heel Europa, maar in de puberteit kent hun geluksniveau een plotse daling. Hormonale, neurologische en situationele veranderingen liggen aan de basis, maar een positieve aanpak van tieners heeft een niet te onderschatten invloed. Dit boek focust niet op wat er fout kan gaan, maar wel op hoe je een tiener (én jezelf) gelukkiger kunt maken. Geluk is immers een belangrijke beschermende factor tegen psychische problemen en gedragsmoeilijkheden in de puberteit.
Succesvol ouder worden
‘Met de ouderdom komen de gebreken,’zo luidt het spreekwoord. Toch slagen de meeste ouderen er tot op zeer hoge leeftijd in een hoog niveau van welbevinden vast te houden of te bereiken. Zij maken optimaal gebruik van de voordelen van een hogere leeftijd, zoals toegenomen levenservaring en vrije tijd. Negatieve gevolgen weten zij te vermijden of anders slagen ze erin de gevolgen in te perken. Succesvol verouderen verloopt echter niet vanzelf. Dit zelfhulpboek biedt daarom een steuntje in de rug bij het realiseren van dromen of wensen en het omgaan met praktische problemen. ‘Succesvol ouder worden’ is bedoeld voor beginnende ouderen vanaf vijftig jaar, die de vaardigheden willen aanleren die nodig zijn om zich actief voor te bereiden op hun toekomst.
En ze leefden nog lang, gevaarlijk en gelukkig
Iedereen lijkt met geluk bezig te zijn. Niet zo verwonderlijk in deze tijd: materieel hebben we alles, maar maakt dat nou echt gelukkig? We zoeken verdieping, welbevinden, harmonie, rust, maar geluk blijkt een schaars goed en niet te koop. Niemand kan precies vertellen wat geluk is en hoe je dat bereikt. Wat voor de een meer dan genoeg is om gelukkig te zijn, is voor de ander volstrekt onvoldoende. Mensen die pretenderen exact te weten wat geluk is en hoe iedereen gelukkig wordt, slaan de plank mis. Een overzicht met veertig korte beschouwingen over geluk die eerder onder meer verschenen in de Volkskrant en het AD.
Sturen op geluk Geluksbevordering door nationale overheden, gemeenten en publieke instellingen
Uit het voorwoord van Paul Schnabel: ‘De ‘positieve benadering’ is een belangrijke stroming in de ggz geworden, die de klinische blik heeft verlegd van klachten en stoornissen naar vermogens en ontplooiing van mensen. Niet alleen in de ggz maar ook op andere terreinen is de benadering succesvol, zoals de voorbeelden uit het onderwijs, arbeidsorganisaties, de gezondheidszorg en het welzijnswerk in deze bundel laten zien. Ook bestuurders op landelijk en gemeentelijk niveau zijn hierin geïnteresseerd geraakt en in de ons omringende landen wordt serieus nagedacht over een ‘geluksbeleid’. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (scp) volgt het welbevinden van de Nederlanders sinds de jaren zeventig. Naar aanleiding van de vraag of het zin heeft om ‘geluk’ centraal te stellen in beleid organiseerde het scp in samenwerking met het Trimbos-instituut, de Erasmus Universiteit Rotterdam en Positief Onderwijs op 24 november 2011 de werkconferentie Sturen op geluk. De sprekers van deze conferentie bewerkten hun voordrachten tot bijdragen aan deze bundel.
Emoties en kwaliteit van bestaan
De natuurwetenschappelijke techniek heeft het leven tot één lange Sint‑Nicolaasavond gemaakt. Steeds sneller en steeds vollediger worden onze behoeften bevredigd, maar steeds voelen wij ons minder voldaan. `Waar is de lekke plaats, die al deze weldaden ongenoten doet wegvloeien, waar de schimmelplant, die al deze zoetigheden doet verzuren, zoodra wij ons gereedmaken ze naar den mond te brengen?’ Deze woorden zijn afkomstig van de Nederlandse psycholoog en filosoof Gerard Heymans (1857‑1930). Hij gebruikte ze in de rede uit 1909 waarmee hij afstand deed van het rectoraat van de universiteit van Groningen. Hij constateerde dat de natuurwetenschap de `uitwendige omstandigheden in haar macht heeft gekregen’, maar machteloos staat tegenover de hierop reagerende mensen.
De opmerkingen van Heymans hebben een kleine eeuw later alleen maar aan actualiteit gewonnen. De sterke ontwikkeling van de industriële samenleving heeft de welvaart enorm vergroot en de vrije tijd is zo toegenomen dat een nieuw soort deskundige het probleem van het aangenaam verpozen bestudeert. Technische hulpmiddelen hebben het leven gemakkelijker gemaakt, maar de mens oogt niet veel gelukkiger. Het toenemen van welvaart leidt niet automatisch tot een evenredige stijging van welzijn. Veel verder dan deze constatering is men niet gekomen. Bij gebrek aan een goede methode om welzijn te bevorderen, is economische groei nog steeds het hoogste doel.
Kijk op het Gezicht
Boek bij de gelijknamige televisie serie van Teleac/NOT. Met daarin de volgende hoofdstukken:
1 De onmacht van Tarzan; Het visitekaartje van de geest
2 De glimlach van Ajax; Expressie en gezondheid
3 De blik van Horus; De taal van de ogen
4 De verwarring van Humpty-Dumpty; Herkennen van gezichten
5 De vrouw van Plato; Wat heet mooi? De waarde van schoonheid
6 De vonk van Michelangelo; Het gezicht in de kunsten
Het brein ons Innerlijk Universum
De natuurwetenschappelijke techniek heeft het leven tot één lange Sint‑Nicolaasavond gemaakt. Steeds sneller en steeds vollediger worden onze behoeften bevredigd, maar steeds voelen wij ons minder voldaan. `Waar is de lekke plaats, die al deze weldaden ongenoten doet wegvloeien, waar de schimmelplant, die al deze zoetigheden doet verzuren, zoodra wij ons gereedmaken ze naar den mond te brengen?’ Deze woorden zijn afkomstig van de Nederlandse psycholoog en filosoof Gerard Heymans (1857‑1930). Hij gebruikte ze in de rede uit 1909 waarmee hij afstand deed van het rectoraat van de universiteit van Groningen. Hij constateerde dat de natuurwetenschap de `uitwendige omstandigheden in haar macht heeft gekregen’, maar machteloos staat tegenover de hierop reagerende mensen.
De opmerkingen van Heymans hebben een kleine eeuw later alleen maar aan actualiteit gewonnen. De sterke ontwikkeling van de industriële samenleving heeft de welvaart enorm vergroot en de vrije tijd is zo toegenomen dat een nieuw soort deskundige het probleem van het aangenaam verpozen bestudeert. Technische hulpmiddelen hebben het leven gemakkelijker gemaakt, maar de mens oogt niet veel gelukkiger. Het toenemen van welvaart leidt niet automatisch tot een evenredige stijging van welzijn. Veel verder dan deze constatering is men niet gekomen. Bij gebrek aan een goede methode om welzijn te bevorderen, is economische groei nog steeds het hoogste doel.
Het gezicht; Het visitekaartje van de ziel
Is het mogelijk dat je aan de buitenkant kunt zien wat iemand van binnen voelt? Deze vraag houdt filosofen al eeuwenlang bezig. Zo noemde Arthur Schopenhauer het gezicht het `visitekaartje van de geest’ en Wolfgang Goethe stelde voor om het onderscheid tussen expressie en gevoel te laten vallen: `Niets is binnen, niets is buiten, want de binnen- is de buitenkant.’ Ook moderne theorieën stellen dat schijn niet bedriegt. De mens is van nature geneigd zijn emoties te tonen.
De Amerikaanse psycholoog Paul Ekman is een van de sleutelfiguren in het onderzoek naar gelaatsexpressies. In de jaren zestig maakte hij portretfoto’s van Amerikaanse toneelspelers die bepaalde emoties uitbeeldden. Ekman nam deze portretten mee naar verschillende uithoeken van de wereld en constateerde dat de uitgebeelde emoties overal herkend werden. Zelfs mensen uit zeer geïsoleerde samenlevingen, die nog nauwelijks contact hadden gehad met de Westerse wereld, konden zich voorstellen wat de Amerikaanse acteurs bedoelden. Als walging was voorgewend, werd bijvoorbeeld gezegd dat de man op de foto eruit zag alsof hij net een halfvergaan lijk van een varken had gezien.
Huilen is menselijk, Ad Vingerhoets & Ad Bergsma
Het gaat mis. De emotionele delen van het brein werken op volle toeren en geven tal van opdrachten aan het lichaam. De spieren rond de keel spannen zich samen en de gespecialiseerde zweetklieren prepareren zich op actie. Hartslag en bloeddruk nemen toe. De kleine jukspier spant zich. De wangen gaan omhoog dankzij de spier die loopt van mondhoek tot neusvleugel. De spijsvertering komt tot stilstand en de hersenen koelen iets af. Het brein verliest de controle over de grote lichaamsspieren en het hele lijf schokt op en neer. De ogen zijn dichtgeknepen, zodat het contact met de buitenwereld is verstoord. Doelbewuste activiteiten kunnen niet meer volbracht worden. Ook de omstanders zijn geschrokken opgehouden met hun bezigheden en proberen een helpende hand te bieden.
We hebben het hier over iemand die huilt, weent, schreit, jankt, schreeuwt, snottert of grient. Mannen zijn er met gemiddeld zo’n vijf tot twintig keer huilen per jaar behoorlijk terughoudend mee, terwijl vrouwen zo’n 25 tot 50 keer per jaar wenen. Vaak duurt het huilen kort – in de helft van de gevallen duurt een huilbui minder dan vijf minuten en in nog eens ruim 30 procent tussen de vijf en vijftien minuten. Langer dan een half uur huilen is zeer uitzonderlijk. Meestal maken volwassen huilers betrekkelijk weinig spektakel; ze beperken zich tot tranen en enig snikken. Huilen met veel geluid en een schokkend lichaam beperkt zich tot zo’n tien procent van de gevallen.
De vader van de evolutietheorie Charles Darwin vond huilen maar vreemd. Volgens hem was huilen nutteloos en hij vond het merkwaardig dat de tranen niet allang verdwenen waren, zoals zijn theorie immers voorspelt met nutteloos gedrag. Nagenoeg alle andere diersoorten redden het immers ook prima zonder overvloedige waterlanders.
Wat bezielt de psycholoog; Gesprekken met vooraanstaande psychologen
Een bundeling van 40 interviews met vooraanstaande psychologen (en andere sociale wetenschappers en psychiaters), namelijk: Anne Cutler, Bernard Rimé, Adriaan D. de Groot, Wolfgang en Margaret Stroebe, Giel Hutschemaekers, Ray Jackendoff, Henk Kiers, Garry Prouty, Susan Blackmore, Nico Frijda, Elizabeth Loftus , Wim Hofstee, Dorothy Bishop, David Dawson, Jacques Phillipe Leyens, Laura Brown, Tony Manstead, Aafke Komter, Colin Parkes, Bert Klandermans, James Pennebaker, Hans Crombag, Ina van Berckelaer-Onnes, Virginia Valian, Mia Leijssen, Mary Douglas, Steven Pinker, Paul Emmelkamp, Barbara en Irwin Sarason, Dieter Zapf, Daniel Dennett, Ruut Veenhoven, David Clark, Wertheim, Annette de Groot, Robert Weiss, Geoffrey Miller, Charles Figley, Paul Ekman en Marius Romme.
Kinderen en psychotherapie, Ad Bergsma en Korina van Petersen
Er zijn mensen die vinden dat psychotherapie geen vak is, en al helemaal niets met wetenschap te maken heeft Wij zijn het hier niet mee eens, maar wij kunnen ons soms wel in deze gedachtengang verplaatsen. De in 1982 overleden psycholoog Johan Barendregtschreef dat therapeuten ervan kunnen genieten om Freudje te spelen. Zij stichten gemeenschappen van gelijkgezinden, bekommeren zich niet om tegenstrijdige literatuur, kijken neer op andere stromingen en gedragen zich alsof zij de waarheid in pacht hebben. De eigen stroming biedt voor alle problemen de beste oplossing.
Barendregt schetst hier een karikatuur van de psychotherapie, maar toch heeft hij niet helemaal ongelijk. Iedereen die weleens naar het praatprogramma van Oprah Winfrey op de televisie heeft gekeken, kan dit uit eigen ervaring beamen. Met een zekere regelmaat verschijnen hier psychotherapeuten of psychiaters die een boek hebben geschreven waarin zij uit de doeken doen hoe een levensprobleem opgelost kan worden. Een aantal van hen blijkt daarbij zo vol van hun eigen theorie dat zij helemaal niet meer luisteren naar de andere gasten in het programma. Zij dwingen hun visie op, zonder te kijken of die steekhoudend is.